Dak of zolder isoleren

Bij een sporenkap lopen de houten balken (de sporen) van de nok tot de dakvoet, waarbij de horizontale en verticale krachten uit de kapconstructie worden opgevangen door de steunpunten op de vloer of muurplaat en nok of nok-knooppunt.

Bij een gordingendak lopen de houten balken ten behoeve van het dakbeschot van zijmuur naar zijmuur; dus van links naar rechts (horizontaal). Daarop wordt het dakbeschot geplaatst.

Het dakbeschot zijn planken of platen die het dak dicht maken en zo de ondergrond vormen voor de dakbedekking.

Welke dikte isolatie te gebruiken voor je schuine dak hangt af van welke thermische prestatie je wilt behalen. Met behulp van onze Rekenhulp kun je berekenen welke dikte je moet gebruiken voor een bepaalde thermische prestatie. Hoe dikker je isoleert, hoe hoger de R_d waarde.

Kies je voor isolatie die dikker is dan de sporen van je dak, dan kun je de sporen bijvoorbeeld met houten latten opdikken om de isolatie op zijn plaats te houden en voor de afwerkingslaag.

Onbeklede platen of dekens bestaan enkel uit steenwol. Beklede platen of dekens zijn voorzien van een aluminiumfolie. Zowel de Rockroof Sidefix als de Rockroof Sidefix Base spijkerflensdekens hebben een dampremmende aluminiumfolie aan de voorzijde. Beide isolatiedekens zijn eenzijdig voorzien van een aluminiumlaminaat met in de lengterichting draadversterkte hechtranden.

Het is afhankelijk van het product en de toepassing of het nodig is om RockTect Centitop luchtdichte en dampremmende folie aan te brengen. Bij een traditioneel hellend dak met dampopen dakbeschot, hoeft bij toepassing van de Rockroof Sidefix of Rockroof Sidefix Base geen dampremmende folie toegepast te worden. De aluminiumfolie op de isolatie werkt dan als dampremmer. Bij toepassing van Rockroof Flexi (Plus) dient de RockTect Centitop wel te worden toegepast.

Breng een dampremmende laag altijd aan de warme zijde (interieurzijde) van de constructie aan.

Nee, want deze vroegere manier van ventileren bleek eerder condensproblemen te creëren dan ze op te lossen. Bestaat het dakbeschot uit een dampdicht of dampremmend materiaal, dan wordt geïsoleerd onder de volgende strikte voorwaarden:

• de isolatie strak tegen de dampdichte buitenlaag aandrukken en vermijden van ventilerende buitenlucht in deze zone
• een hermetisch uitgevoerd dampscherm aan de warme zijde van de isolatie

Is het dakbeschot toch dampopen, dan wordt evenwel ook een dampscherm aan de warme zijde aangeraden, omwille van betere luchtdichtheid en dus beter thermisch rendement van het dak.

Dampopen onderdaken (dakbeschot) zijn veelal gemaakt van hout, houtachtige plaatmaterialen of vezelcementplaten.

De basis is een goed luchtdicht en kierloos dak. Voor geluidsisolatie worden de ROCKWOOL Rockroof isolatieproducten toegepast. De beste keuze inzake binnenafwerking is een gipsplaat, dat beter geluidisolerend werkt dan hout.

U kunt dit het best doen voordat de winter begint. Indien u gaat isoleren tijdens een vorstperiode wordt het dakbeschot zeer koud. In combinatie met niet tijdig of het onvolledig aanbrengen van de dampremmende laag kan dit tot condensatie leiden. 

Wanneer de dikte van de nieuwe isolatie niet groter is dan de dikte van de bestaande isolatie dan is het aanbrengen van een extra laag ROCKWOOL isolatie over het algemeen geen probleem. Wanneer de dikte van de nieuwe isolatie groter is dan de bestaande isolatielaag, dan is een hermetische uitgevoerd dampscherm aan de binnenzijde noodzakelijk. Zonder dit dampscherm zou er condensgevaar tussen beide isolatielagen kunnen ontstaan.

Aan de buitenzijde van de isolatie wordt normaliter zoveel mogelijk met dampopen materiaal gewerkt, teneinde mogelijke condensvorming in de zonde tussen de isolatie en deze materialen te vermijden. Wordt het dampdichte dakbeschot om praktische of economische redenen niet vervangen, dan kan enkel worden geïsoleerd onder de volgende strikte voorwaarden:

• de isolatie strak tegen het dakbeschot aandrukken en vermijden van ventilerende buitenlucht in deze zone;
• een hermetisch uitgevoerd dampscherm met hoge dampdichtheid (S_d-waarde) aan de warme zijde van de isolatie.