Ons klimaat verandert. Deskundigen verwachten dat we in Nederland in de toekomst vaker te maken krijgen met extreme regenbuien. Dat water kan voor overlast zorgen. Bijvoorbeeld omdat de capaciteit van het riool zo’n grote hoeveelheid water niet aankan. Om overlast te voorkomen, kan het verstandig zijn om regenwater op te vangen. Wie is hier verantwoordelijk voor? Hoe wordt regenwater opgevangen? En wat gebeurt er met het opgevangen water?
Waarom wordt regenwater opgevangen?
Op grond van de klimaatscenario’s voor 2050 voorspelt het KNMI nattere winters en hevigere buien. Dat merken we nu al. Extreme buien komen tegenwoordig vier tot vijf keer zo vaak voor als voorheen. Dat blijkt uit de neerslagstatistieken van STOWA (Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer). Al die regen moet ergens naartoe. Maar de capaciteit van ons gemengde rioolstelsel kan zo’n extreme hoeveelheid regen niet aan. Met grote gevolgen: van ondergelopen kelders en wateroverlast op straat tot afgesloten wegen en vervuiling van het oppervlaktewater door overstortproblemen. Om het riool te ontlasten, maken steeds meer gemeenten en terreineigenaren de keuze om regenwater af te koppelen van het riool. Bijvoorbeeld door het water op te vangen en te laten infiltreren in de bodem.
Wie is verantwoordelijk voor het opvangen van regenwater?
De eigenaar van een terrein is zelf primair verantwoordelijk voor de afvoer van het hemelwater dat op zijn terrein valt. Bijvoorbeeld door het water te laten infiltreren in de bodem of af te voeren richting oppervlaktewater, zoals een vijver of sloot. Op openbaar terrein hebben gemeenten een zorgplicht voor hemelwater. Zij moeten de zorg voor het hemelwater uitwerken in een (verbreed) gemeentelijk rioleringsplan (GRP).
Hoe wordt regenwater opgevangen?
Regenwater kan op verschillende manieren worden opgevangen, al dan niet tijdelijk. Een veelgebruikte ondergrondse methode is een grind- of lavakoffer. Dit is een berging gevuld met grind of lavasteen en omhuld met geotextiel. In de koffer wordt regenwater tijdelijk opgevangen, waarna het langzaam kan wegzakken in de bodem. Boven de grond wordt vaak gekozen voor een wadi: een sloot of greppel met een waterdoorlatende bodem. Een wadi kan worden gecombineerd met een ondergrondse infiltratievoorziening, zoals het infiltratiesysteem Rockflow, dat is opgebouwd uit steenwolelementen. Deze elementen nemen het water op en geven het gedoseerd aan de bodem af. Door Rockflow onder een wadi te plaatsen, wordt de bergingscapaciteit verhoogd.
Waarom kan regenwater niet altijd infiltreren in de bodem?
De infiltratiecapaciteit hangt onder meer af van de mate waarin de grond water doorlaat (de k-waarde) en de hoogte van het grondwater. Zo zijn de mogelijkheden om water weg te laten zakken in een kleiachtige bodem met een hoge grondwaterstand beperkt, terwijl zand en grind relatief makkelijk water doorlaten. Dit maakt klei veel minder geschikt voor infiltratie dan bijvoorbeeld zandgrond.